Ze struinen door het gras, wandelen over straat, klimmen in bomen, spelen, ravotten en rennen. Een enkele keer wordt er zelfs gevochten met een soortgenoot of een ander dier. Honden en katten houden ervan om in beweging te zijn en zijn bovendien nieuwsgierig. Het gevolg: ze lopen nogal eens een wondje of wond op. Hoe ga je met zo’n wond om?
Wie zijn of haar huisdier goed kent, heeft vaak wel in de gaten dat er iets aan schort. Als een hond of een kat steeds op een bepaalde plek aan het krabben is of aan het likken, is de kans groot dat er een wondje zit.
Vaak geneest zo’n wond vanzelf. Een schaafwond of oppervlakkige wond zit zomaar weer dicht. De huid heeft een groot zelfhelend vermogen. Er zijn echter wondjes en wonden die minder snel genezen. Vaak is de wond dan tot op een diepere laag beschadigd. Eerst ontstaan er roodheid en een zwelling. Dat moet ervoor zorgen dat een infectie op afstand wordt gehouden.
Dat lukt echter niet altijd. Als een bacterie, virus, schimmel of parasiet via de huid of in dit geval de wond het lijf binnendringt, spreken we van een infectie. Bij een wond gaat het vaak om bacteriën. Om vuil dus. Het gevolg is dat de wond ontstoken raakt.
Hoe beter de huid doorbloed raakt, hoe eerder de huid geneest, maar dat gaat niet altijd op. Op sommige plekken verloopt een genezing langzamer. Dat is bijvoorbeeld het geval als de hond of kat steeds aan de wond likt of eraan krabt of bijt. Als bacteriën hun slag slaan of als de wond erg diep is.
Genezing wordt belemmerd door:
-diepte van de wond
-hond of kat bijt, likt en krabt eraan
-bacteriën infecteren de wond
Wat kun je zelf doen?
-Is de wond niet diep, zoals bijvoorbeeld een schaafwond, dan is veel ellende te voorkomen door de wond goed schoon te maken met lauwwarm water, en verder met rust te laten. Een iets dieper wondje kun je schoonmaken met een zoutoplossing (eetlepel keukenzout in een liter afgekoeld gekookt water. Hiermee de wond deppen). Als de wond niet heel diep en schoon is dan kun je het behandelen met chloorhexidine spray en dermiel/honingzalf. Vervolgens kan er een gaasje of een licht verband omheen gedaan worden. Het is wel aan te raden bij een wond altijd contact op te nemen met een dierenarts. Soms kan het nodig zijn een foto te sturen. Dan kan de dierenarts controleren over verdere behandeling nodig is, zonder dag je meteen naar de praktijk hoeft te komen.
-Is de wond dieper, dan geldt hetzelfde als de wond er verder schoon uitziet. Een verband erom kan voorkomen dat er vuil bij komt. Een diepe wond kan maar het beste even door de dierenarts worden gezien om te beoordelen of er een aanvullende behandeling nodig is. De dierenarts kan ervoor kiezen om de wond te spoelen met een electrolytenoplossing of fysiologische zoutoplossing, nadat eerst haren rondom de wond zijn weggeschoren. Soms komt er daarna verband aan te pas om een wondje te verbinden en er zo voor te zorgen dat er geen vuil in komt en dat de hond of kat ervan afblijft. Het verband zal regelmatig verschoond moeten worden.
-Is er sprake van een wondinfectie dan zal de dierenarts antibiotica voorschrijven om deze infectie verder tegen te gaan. Na een paar dagen moet de wond weer dicht zijn.
-Om te controleren of dat laatste het geval is, moet de wond regelmatig worden bekeken. Gaat de hond of kat eraan krabben of likken dan kan die genezing veel langer duren. Soms is dan het dragen van een kraag een must zodat de kat of hond van de wond afblijft.
-Bijtwonden zijn vaak diep. Het is belangrijk om tijdig daarmee naar de dierenarts te gaan. Na een aantal uren is namelijk het hechten van zo’n wond niet goed mogelijk vanwege abcesgevaar. Er is dan een zwelling opgetreden waar vuil bij is gekomen. De wond is geïnfecteerd geraakt en raakt vol met pus. Antibiotica kan de bacteriën doden en uitbreiding voorkomen. Het abces gaat er echter niet mee weg. De dierenarts moet deze openen om het vuil eruit te krijgen.
Een ontstoken wond herkennen
Het is belangrijk goed te weten met wat voor een wond je te maken hebt. Oppervlakkig en klein of diep en met infectiegevaar. Bij twijfel is het goed de dierenarts te raadplegen. Een ontsteking is aan de volgende uiterlijkheden te herkennen:
-de wond is rood
-wordt steeds groter
-zwelt op
-pusvorming
Kan jeuk tot wonden leiden?
Dat kan zeker. Om dit voor te zijn is het belangrijk dat de hond of kat niet bijt of krabt op die bepaalde plek. Vraag de dierenarts naar een middel om de jeuk te verminderen. Verder kun je de hond of kat zoveel mogelijk afleiden (wandelen, spelen). Lukt dat niet dan kan een kraag een oplossing zijn om het krabben, likken en bijten op de plek van de jeuk te voorkomen.
-zorg dat de hond of kat niet bijt, likt of krabt
-regel een kraag
-vraag de dierenarts naar een behandeling tegen de jeuk
Moet er altijd iets op of om een wond?
Oppervlakkige wonden kun je beter met rust laten, mits ze schoon zijn. Je kunt kiezen voor een steriel verbandje als een wond dieper is. De reden: dit houdt een wond vochtig waardoor het sneller kan genezen. Is de wond echt diep, raadpleeg dan eerst de dierenarts, maar doe dat tijdig.
-houd een wond schoon
-steriel verband kan zorgen voor snellere genezing
-raadpleeg een dierenarts