Konijnen zijn groepsdieren. Het is dan ook niet wenselijk om een konijn alleen te houden, op een uitzondering na. Toch komt dit soms wel voor, bijvoorbeeld omdat men niet goed voorgelicht is of door overlijden van andere konijnen. Je kunt twee konijnen die elkaar niet kennen alleen niet zomaar bij elkaar zetten. De kans is namelijk groot dat ze dan met elkaar in gevecht raken. En wanneer ze eenmaal op verkeerde voet met elkaar staan, is dat moeilijk weer te herstellen. Het koppelen van konijnen kan dus een behoorlijke uitdaging zijn. Of je nu twee konijnen wilt samenbrengen voor zodat ze elkaar gezelschap kunnen houden, of om een nieuw nestje te creëren, een succesvol koppelproces vereist geduld, zorgvuldige overweging en constante supervisie. In dit artikel delen we vijf essentiële tips voor een succesvol koppelproces, zodat jouw konijnen veilig en gelukkig kunnen samenleven.
Kies de juiste partner
Hoewel iedere situatie natuurlijk weer anders is, en het geen garantie op succes geeft. lijkt het erop dat de kans op een succesvolle match groter is wanneer je een mannetje (ram) en een vrouwtje (voedster) bij elkaar zet. Belangrijk is wel dat deze gecastreerd en gesteriliseerd zijn wanneer je niet wilt dat er een nestje komt. Dit zorgt er ook voor dat er minder sprake is van territoriale agressie. Ook is het belangrijk om bij de partnerkeuze te kijken naar konijnen die goed bij elkaar passen. Het ras van het konijn is daarin overigens niet altijd van belang. Wel is het goed om te kijken of de konijnen ongeveer even groot zijn en van dezelfde leeftijd. Hiermee voorkom je dat een van beide overduidelijk de dominante partij is.
Een neutrale omgeving
Niet alleen de partnerkeuze is van belang. Ook de omgeving waar de eerste ontmoeting plaatsvindt is cruciaal voor een goede koppeling. Omdat konijnen territoriale dieren zijn, is het belangrijk dat het koppelen op neutraal gebied gebeurt. Dat betekent dat de konijnen elkaar leren kennen op een plek waar ze beiden nog nooit geweest zijn, zodat geen van de konijnen vindt dat het zijn of haar plek is die verdedigd moet worden. Een mooie overzichtelijke ruimte om dit te doen is een badkamer of bijkeuken. Omdat je konijnen dus niet gelijk samen kunt houden zitten ze beiden in hun eigen verblijf dat je wel bij elkaar in de buurt zet zodat ze elkaar kunnen ruiken, maar niet kunnen aanraken. Zo’n drie tot vijf keer per dag kun je de konijnen bij elkaar zetten in de door jou gekozen neutrale ruimte. Om de koppeling te bevorderen is het goed om een beetje hooi neer te leggen. Samen eten kan een goede koppeling een handje helpen. Zorg er ook voor dat de konijnen een neutrale plek hebben om zich even terug te trekken. Na het kennismaken kun je de konijnen weer terugzetten in hun verblijf, maar wissel dan van verblijf zodat ze nog beter bekend raken met de geur van de ander.
Blijf erbij
Wanneer konijnen fysiek bij elkaar gezet worden, zorg er dan voor dat je altijd in de buurt bent om in te grijpen als dit nodig is. Ondanks de neutrale omgeving kunnen de konijnen toch agressief worden naar elkaar. In dat geval is het belangrijk om de konijnen weer uit elkaar te halen. Hou hiervoor handschoenen bij de hand, zodat je zelf niet gebeten of gekrabd wordt. Een eerste kennismaking hoeft helemaal niet zo lang te duren, vooral niet wanneer het een intense ontmoeting is waarin veel gebeurt. In dat geval is tien minuten al goed. Zijn de konijnen onverschillig naar elkaar en doen ze weinig, dan kan je er al gauw een half uurtje van maken. Doe dit meerdere keren per dag en geef ze tussendoor steeds een paar uur rust. Maar blijf er bij!
Wees geduldig
Het koppelen van konijnen kan rustig tussen een paar dagen of een paar weken in beslag nemen. Je bent misschien geneigd om hierin iets te forceren, vooral als er niks lijkt te gebeuren. Een langzame introductie is echter essentieel om het vertrouwen tussen de konijnen op te bouwen. Laat ze kortere periodes bij elkaar, beginnend met slechts een paar minuten en geleidelijk oplopend naar uren. Let op tekenen van positieve interactie, zoals neus-aan-neus snuffelen, elkaar wassen en samen eten. Stop het proces onmiddellijk als er aanhoudende agressie optreedt. Konijnen willen hun rangorde bepalen en kunnen tijdens het koppelingsproces proberen de ander te berijden. Dat is niet erg, zolang ze elkaar niet verwonden, en is juist belangrijk voor het proces. Het is belangrijk om dit niet te verwarren met agressie. Als je goede interactie ziet tussen de konijnen, kun je ze steeds iets langer alleen laten. Blijf wel af en toe checken hoe het gaat. Ieder koppelingsproces is weer anders en ieder konijn uniek, dus hou er rekening mee dat ieder koppelingsproces ook weer anders is.
Voldoende leefruimte
Als de konijnen het langere tijd goed met elkaar kunnen vinden, elkaar wassen, bij elkaar liggen en geen agressie laten zien naar elkaar, dan kun je de konijnen bij elkaar zetten in het verblijf waar ze samen gaan wonen. Het is belangrijk dat hun verblijf ruim genoeg is. Zitten ze teveel bij elkaar op de lip, dan werkt dit stress, conflicten en agressie in de hand. Het liefst zitten konijnen samen in een grote ren of een omheinde tuin, zodat ze beiden lekker veel bewegingsvrijheid hebben en zich ook terug kunnen trekken.
In sommige gevallen mislukt een koppeling helaas, en zijn twee konijnen gewoon geen goede match. In dat geval is dat iets wat geaccepteerd dient te worden. Dan kunnen de konijnen niet bij elkaar gezet worden.