Giftige planten voor honden en katten



Home » Giftige planten voor honden en katten

Honden en katten eten vaak gras of andere groene planten om hun maag te kunnen legen. Ze braken erna het gras weer uit en dan komt er vaak wat mee wat ze dwars heeft gezeten. Het is eigenlijk gewoon een natuurlijk braakmiddel. Slim van je hond of kat, maar niet zo slim als hij daarbij niet kiest voor onschuldig gras, maar voor planten die hij beter niet kan eten omdat ze giftige stoffen bevatten. 

We noemen hier een aantal van deze planten zoals de dieffenbachia, tulp, hortensia, rododendron, monnnikskap, vingerhoedskruid, lelie, buxus, ficus en de goudenregen. Maar ook de binnenplanten zoals de kerstster en de hulst, aloe vera en sansevieria zijn zo onschuldig niet. En als buitenplanten noemen we nog de taxus, witte heggerank, lelietje van dalen, jeneverbes en lupine. De lijst is best lang want we hebben hier zeker nog niet alles genoemd. In ieder geval kun je constateren dat dit geen planten zijn met vreemde namen die je zelden tegenkomt. Het zijn planten die iedereen dagelijks in de omgeving kan aantreffen. Opletten dus.  

Ook op andere manieren kunnen huisdieren het gif van bloemen of planten binnenkrijgen. Bij bijvoorbeeld de lelie is vooral het stuifmeel of het water waar de bloemen instaan giftig. Als katten met hun vacht langs de lelies lopen en het stuifmeel even later van hun vacht aflikken, krijgen ze de giftige delen van de plant binnen. Ook water drinken uit de vaas waar de bloemen instaan, zorgt ervoor dat ze de giftige stof binnenkrijgen. Dit kan leiden tot acuut nierfalen of het afsterven van de alvleesklier. Als deze vergiftiging onbehandeld blijft zouden ze zelfs binnen vijf dagen kunnen sterven. In dit geval is er sprake van een spoedgeval. 

Vermijd giftige planten

In alle gevallen is het beter om bepaalde kamerplanten niet in je huis te zetten als je huisdieren hebt. Als je kat naar buiten gaat of je laat je hond even heerlijk rennen, wordt het lastiger om de aanraking met giftige planten te voorkomen. 

Vermoeden van vergiftiging

Als je vermoed dat je hond of kat aan een giftige plant heeft gezeten of hij raakt ziek, gaat overgeven, krijgt diarree of huidproblemen, dan is het altijd goed de dierenarts te raadplegen. Probeer te weten om welke plant het gaat, of neem er iets van mee. 

Wat kan de dierenarts doen

Soms kan de arts het dier laten braken of moeten de symptomen worden bestreden. 

Let ook op bij de volgende vruchten en etenswaren

Wist je dit?

Dat avocado slecht is voor een kat of en hond? Het hoge vetgehalte ervan kan een ontsteking van de alvleesklier veroorzaken en sowieso leidt het eten van het vruchtvlees van de avocado tot maag- en darmklachten. 

Ui-achtige producten (allium) bevatten stoffen die de rode bloedcellen bij dieren kunnen beschadigen. Eet je hond of kat ui dan kan dat na een etmaal al leiden tot vergiftigingsverschijnselen. Na een paar dagen uit zich mogelijk de beschadiging van de bloedcellen. De hond of kat raakt sloom, krijgt bleke slijmvliezen en zijn urine is roodbruin van kleur. Het dier gaat zwaarder ademen en heeft een verhoogde hartslag. 

Van chocolade is het bekender dat huisdieren dat niet moeten eten. Er zit de stof theobromine in dat tot vergiftigingsverschijnselen kan leiden. Afhankelijk van de soort chocolade en de gevoeligheid daarvoor van de hond of de kat, treedt dat in meer of mindere mate op. Soms al na een uur, soms later. 

Een hond die een krentenbol oppeuzelt kan ten gevolge van de rozijnen die daarin zijn verwerkt flink last krijgen met overgeven en diarree als gevolg. Druiven geven eveneens dat effect. Ook hier geldt dat de ene hond hier gevoeliger voor is dan de andere. 

Al met al moge het duidelijk zijn dat een hond of kat maar beter geen etenswaren binnen kan krijgen die voor ons ‘normaal zijn’. Het kan leiden tot serieuze lichamelijke klachten. In de natuur is al het groen ook zo onschuldig niet. Ook daar kunnen ze maar beter niet van eten. Zijn er twijfels of krijgt het huisdier lichamelijke klachten, dan is het raadzaam de dierenarts te raadplegen.